Als ADR Veiligheidsadviseur nemen we iedere 2 jaar de wijzigingen in de ADR voor u door. Deze 2025 editie zijn er geen spectaculaire wijzigingen. Wel zijn er nieuwe UN nummers voor diverse soorten lithium batterijen. Ook zijn er wijzigingen rondom afval. We nemen er aantal met u door.
In het eerste hoofdstuk wordt toegevoegd: Het vervoer van gevaarlijke goederen verricht door particulieren bestemd voor hun persoonlijk of huishoudelijk gebruik dan wel voor recreatie of sportactiviteiten binnen de grenzen zoals aangegeven in paragraaf a) i) als afval, met inbegrip van de omhullingen indien de gevaarlijke goederen niet langer zijn verpakt in hun oorspronkelijke verpakking voor de verkoop in de detailhandel, mits er maatregelen zijn genomen om elke lekkage onder normale vervoersomstandigheden te voorkomen.
Ook in SP650 wijzigt er iets in de afvalsfeer: Er wordt een nieuwe zin aan het eind van de paragraaf toegevoegd: Gezamenlijke verpakking van afval geclassificeerd als UN-nummer 1263 en afval van verven op waterbasis geclassificeerd als UN-nummer 3082 is toegestaan. Ook in de paragraaf d worden twee nieuwe zinnen toegevoegd: Afval geclassificeerd als UN-nummer 1263 mag samen worden geladen met afval van verven op waterbasis geclassificeerd als UN-nummer 3082 in hetzelfde voertuig of dezelfde container. In het geval van dergelijke gezamenlijke belading moet UN-nummer 1263 worden toegekend aan de gehele lading. en in Voeg in paragraaf e) na “UN 1263 AFVAL VERF, 3, II, (D/E)”, of “UN 1263 AFVAL VERF, 3, VG II, (D/E)” toe “of UN 3082 AFVAL MILIEUGEVAARLIJKE VLOEISTOF, N.E.G. (VERF), 9, III, (-) of UN 3082 AFVAL MILIEUGEVAARLIJKE VLOEISTOF, N.E.G. (VERF), 9, VG III, (-)”
Bijzondere bepaling 678 wordt toegevoegd “Afval, dat bestaat uit voorwerpen en materialen verontreinigd met losse asbest (UN-nummers 2212 en 2590), dat niet zodanig is gefixeerd of in een bindmiddel is geïmpregneerd dat geen emissie van gevaarlijke hoeveelheden inadembare asbest kan plaatsvinden, mag worden vervoerd overeenkomstig de voorschriften van hoofdstuk 7.3, onder voorwaarde dat aan de volgende voorschriften wordt voldaan:
a) Het afval wordt alleen vervoerd van de plaats waar het is geproduceerd, naar een faciliteit voor definitieve berging. Tussen deze twee soorten locaties is alleen tussentijdse opslag, zonder de containerzak te lossen of over te laden, toegestaan;
b) Het afval behoort tot een van deze categorieën:
i) Vast afval van wegwerkzaamheden, waaronder afgedankt freesasfalt dat verontreinigd is met vrij asbest en zijn veegresten;
ii) Grond verontreinigd met vrij asbest;
iii) Voorwerpen (bijvoorbeeld meubels) die zijn verontreinigd met vrij asbest uit beschadigde kunstwerken of gebouwen;
iv) Materialen afkomstig van beschadigde kunstwerken of gebouwen die verontreinigd zijn met vrij asbest en die vanwege hun volume of massa niet kunnen worden verpakt overeenkomstig de verpakkingsinstructie die van toepassing is op het gebruikte UN-nummer (UN-nummer 2212 of 2590, naar gelang van het geval); of
v) Met vrij asbest verontreinigd bouwafval afkomstig van gesloopte of gesaneerde kunstwerken of gebouwen, dat vanwege zijn omvang of massa niet kan worden verpakt overeenkomstig de verpakkingsinstructie die van toepassing is op het gebruikte UN-nummer (UN-nummer 2212 of 2590, naar gelang van het geval);
c) Afval dat onder deze voorschriften valt, mag niet worden gemengd of geladen met ander asbesthoudend afval of ander gevaarlijk of niet-gevaarlijk afval;
d) Elke verzending wordt beschouwd als wagenlading zoals gedefinieerd in 1.2.1; en
e) Het vervoersdocument moet in overeenstemming zijn met 5.4.1.1.4.”
5.4.1.1.3.3 Bijzondere bepalingen voor het vervoer van afvalstoffen in binnenverpakkingen die gezamenlijk zijn verpakt in een buitenverpakking. Voor vervoer overeenkomstig 4.1.1.5.3 moet in het vervoersdocument de volgende aanduiding worden opgenomen: “Vervoer overeenkomstig 4.1.1.5.3”.
De in 5.4.1.1.3.2 voorgeschreven aanvullende verklaring is niet nodig.
Bijvoorbeeld:
“UN 1993, AFVAL BRANDBARE VLOEISTOF, N.E.G., 3, III, (E); VERVOER OVEREENKOMSTIG 4.1.1.5.3”.
De informatie in het vervoersdocument overeenkomstig 5.4.1.1 moet gebaseerd zijn op de positie(s) waarin de buitenverpakking overeenkomstig 4.1.1.5.3 d) is ingedeeld. De technische benaming, zoals voorgeschreven in hoofdstuk 3.3, bijzondere bepaling 274, hoeft niet te worden toegevoegd.
Bent u op zoek naar een ADR Veiligheidsadviseur? Neem contact op.
by 